Benga pleasure ep rar




















This on one hand. As a prose writer, things are much clearer — I constantly pay attention to formulating the subtleties in an understandable language. Directness is not the same with simplicity, and this is true for poetry also. I feel so sorry for Th. Ultimul vis al lui Borges , mijlocul lui iunie, Jorge Luis Borges e pe moarte. Tigrii dorm. Az Echinox c. Liricul iese la Ioan Es. Pop este un mare poet contemporan.

Momfa, vol. Integrala operei poetice. Nimic nu e ostentativ, gratuit. Viermi Gianni Versace. Acum sunt gata. De ce am oprit tocmai acum? Nu putem opri chiar acum. Unu, doi, trei. Cum voi deschide fermoarul? Cum o s-o scutur? Dar nu. Octavian Soviany n. Guardatemi mentre agito la testa e vi porgo i saluti di virgil mazilescu. Ho voluto inventare poesia ma non ho inventato poesia.

Ho scritto qualche libro inutile e ho visto due o tre donne nude Dar, spre surpriza. Pop polonezilor. Dockan je. Nahrupele pahulje po krovovima. Razgraktale ptice. Gotovo da sam zaplakao. More na mapi i sama mapa - nisu jedno. Izgleda da sam lagano potonuo na dno ambisa. Dan voel ik op een afstand mijn gebrek aan identiteit, alsof ik voor even een compleet vreemde persoon ben geworden. De kamer komt dan op mij over met een frisheid die hij voordien niet had. Hij herkrijgt zijn vorige consistentie, en de dingen vinden hun plaats terug, zoals in een glas water een kluitje verbrokkelde aarde in lagen van verschillende elementen neerslaat, duidelijk omlijnd en in allerlei kleuren.

De elementen van de kamer slaan binnen hun eigen contouren neer, elk met de kleur die ik in mijn geheugen heb. Het gevoel van afstand en eenzaamheid op momenten dat mijn alledaagse persoon zich in inconsistentie oplost, is niet te vergelijken met enig ander gevoel. Als het lang aanhoudt, slaat het om in angst, ja zelfs in de vrees dat ik mezelf nooit meer zal kunnen terugvinden. In de verte blijft er van mij een onzeker silhouet met een lichtende halo over, zoals je wel eens dingen in een nevel ziet.

Het antwoord erop vereist een inzicht dat dieper gaat en wezenlijker is dan dat van het brein. Alles wat zich in mijn lichaam kan roeren, roert zich, spartelt tegen en rebelleert krachtiger en elementairder dan in het alledaagse leven.

Alles smeekt om een antwoord. Verschillende keren vind ik de kamer terug zoals ik die ken, alsof ik mijn Uiteindelijk herken ik mezelf en vind ik de kamer terug. Het is een gevoel van lichte dronkenschap. Op geen enkel ander moment en onder geen enkele andere omstandigheid lijkt het me evidenter dat elk ding de plaats moet innemen die het inneemt en dat ik moet zijn die ik ben.

Dan heeft mijn gespartel in onzekerheid geen naam meer, er rest me alleen de spijt dat ik in de diepte niets heb aangetroffen. Het enige wat me verrast, is dat een totaal gebrek aan zin zo hecht met mijn intieme materie verbonden kon zijn.

De vangarm van een kwal die buitenmatig werd uitgestrekt en vertwijfeld in de golven rondtast tot hij uiteindelijk onder de gelatineachtige klok terugkeert. Gedurende die luttele momenten van onrust heb ik zo alle zekerheden en onzekerheden van mijn bestaan doorlopen, om definitief en pijnlijk in mijn eenzaamheid terug te keren. Daarna is mijn eenzaamheid zuiverder en pathetischer dan anders. Alleen in dat abrupte verlies van mijn identiteit vind ik mijn val in de verdoemde ruimten van weleer terug, en alleen gedurende de momenten van onmiddellijke luciditeit, die volgen op mijn terugkeer aan de oppervlakte, komt de wereld me voor in de ongewone sfeer van nutteloosheid en onbruikbaarheid, die om me heen ontstond toen mijn hallucinatorische trances me uiteindelijk hadden geveld.

Telkens wanneer ik die ruimtes betrad, werd ik gegrepen door dezelfde onmacht en dezelfde duizeligheid. Het waren echt onzichtbare valstrikken, hier en daar in de stad uitgezet en in niets te onderscheiden van de ruimte eromheen — meedogenloos lagen ze op mij te wachten tot ik ten prooi viel aan de speciale sfeer die van ze uitging.

Een van die ruimten bevond zich in het stadspark, op een kleine open plek aan het eind van een pad, waar nooit iemand ging wandelen. Er bestond geen plek op aarde die triester en eenzamer was. De stilte lag dik op de stoffige bladeren in de lome zomerhitte. Langgerekte roepen in de woestijn, van een verscheurende droefheid In de verte trilde de door de zon verhitte lucht als doorzichtige damp boven een kokende vloeistof. Daar kwam de hitte van de dag me vermoeiender over, en de lucht moeilijker om in te ademen.

De stoffige bosjes werden geel geblakerd door de zon, in een sfeer van volkomen eenzaamheid. Er hing een bizar-. Toen overviel me het diepgaande en pijnlijke gevoel dat ik in deze wereld niets te doen had, niets dan door parken dwalen — over stoffige open plekken, verzengd door de zon, verlaten en woest. Het was een dwalen dat op den duur mijn hart verscheurde. Nog een verdoemde plek bevond zich aan het andere eind van de stad, tussen de hoge hobbelige oevers van de rivier waar ik met mijn speelkameraden ging zwemmen.

Niet ver daarvandaan was een fabriek waar olie uit zonnebloempitten werd gewonnen. De geperste zaden werden in de door de inzakking gevormde geul gegooid, en allengs was de hoop zo hoog geworden dat een helling van gedroogde schilletjes was ontstaan, schuin aflopend van de wal naar de waterrand.

Mijn kameraden daalden voorzichtig, hand in hand, de helling naar het water af, waarbij hun voeten diep in het tapijt van bederf wegzakten. De wanden van de geul rezen steil aan beide zijden van de helling op, vol grillige onregelmatigheden.

De regen had er lange slierten van fijne scheuren in gebeiteld, die eruitzagen als arabesken, maar afzichtelijk als slecht geheelde wonden. Ze sneden het vlees van de klei aan flarden tot verschrikkelijk gapende wonden. Tussen die wanden, die een buitengewone indruk op me maakten, moest ook ik naar de rivier afdalen.

De stank was onaangenaam en mild. Zo waren ook de aanvallen. Ik onderscheidde duidelijk de gelatineachtige geur van rottende schilletjes, en tegelijk het aan-. ProZa gename, warme en huiselijke aroma van geroosterde hazelnoten. Ik had de stank nog maar net geroken, of ik werd er door veranderd. Hij stroomde door mijn inwendige vezels, loste die op en verving ze door een meer luchtige en meer onzekere materie.

Vanaf dat moment kon ik er niet meer onderuit. Een aangename, bedwelmende zwijmeling ontsprong in mijn borst en dreef mijn voeten voort naar de waterrand, de plaats van mijn definitieve nederlaag.

In een dolle vaart daalde ik de berg schilletjes naar het water af. De lucht sloeg me tegemoet met de harde en scherpe densiteit van een lemmet. De wereldruimte kletterde chaotisch en met een ongekende aantrekkingskracht in een enorm gat ineen.

Mijn speelkameraden keken verschrikt naar mijn krankzinnige vlucht. Onderaan was er maar een smalle strook keien en bij de kleinste misstap was ik de rivier in getuimeld, op een plek waar de draaikolken aan het oppervlak verraadden hoe diep daar het water was. Ik was me niet echt bewust van wat ik deed. Zodra ik bij het water aankwam, liep ik zonder vaart te minderen om de berg schilletjes heen en volgde de oever stroomafwaarts tot aan een holte in de wal.

Achter in de holte was een kleine grot ontstaan, een koele en lommerrijke grot als een kamertje dat in de rots was uitgehakt. Daar liet ik me op de grond zakken, nat van het zweet, doodmoe en trillend van top tot teen. Toen ik weer enigszins tot mezelf kwam, herkende ik om me heen het intieme en onbeschrijflijk aangename decor van de grot, waar een straaltje water aan de rots ontsprong en in het midden van de grond uitvloeide tot een bekken van helder water.

Zonder er genoeg van te krijgen, boog ik er me telkens weer over en keek naar het wonderlijke kantwerk van groen mos op de bodem, de wormpjes die zich aan splinters hout hadden gehecht, de stukjes oud ijzer bedekt met roest en slib, de meest uiteenlopende diertjes en dingetjes op de bodem van de waterplas, van een wonderbaarlijke schoonheid. Met uitzondering van die twee verdoemde plaatsen ging de rest van de stad onder in een eenvormige mas In gesloten kamers kwamen de aanvallen gemakkelijker en vaker voor.

Gewoonlijk verdroeg ik het niet om alleen te zijn in een onbekende kamer. Als ik moest wachten, voelde ik al snel de verschrikkelijke, lieflijke zwijmeling aankomen. Opeens werd de kamer subliem, en ik voelde me heel gelukkig binnen de vier muren. Het was echter niet meer dan een arglist, een verfijnde en lieflijke perversiteit van de aanval. Direct na dit gevoel van gelukzaligheid kantelde alles en raakte alles in de war. Het was alsof ze plots van hun dunne, doorzichtige verpakking waren ontdaan die ze tot dan toe had omhuld, waarna ze er onuitsprekelijk nieuw uitzagen.

Ze leken bestemd voor een nieuw, hoger en fantastisch gebruik dat ik onmogelijk had kunnen ontdekken. Ze werden onafhankelijk van elkaar, maar het was een onafhankelijkheid die niet enkel tot isolement leidde, maar tot overspannen extase. Tegelijk zag ik de hoek van een boekenkast met dikke in leer gebonden banden achter glas.

Het allerbanaalste. Op het hoogtepunt van de aanval zweefde ik de wereld uit — welke wereld ook — in een toestand die zowel aangenaam als pijnlijk was. Zodra ik het geluid van voetstappen hoorde, verkreeg de kamer snel weer zijn oude voorkomen. Toen greep er tussen de vier muren een verval plaats, een uiterst licht, bijna onmerkbaar afnemen van de overspannenheid. Ik leidde daaruit af dat de zekerheid waarin ik leefde slechts door een flinterdun vliesje van de wereld van onzekerheden was gescheiden.

Ik kwam weer tot mezelf in de overbekende kamer, zwetend, uitgeput en doordrongen van de nutteloosheid van de dingen om me heen. Ik nam nieuwe bijzonderheden in ze waar, zoals je een tot dan toe onopgemerkt detail ontdekt in een ding dat je sinds jaar en dag gebruikt. In de kamer bleef de vage herinnering aan de ramp hangen, zoals zwaveldamp op de plek waar een explosie heeft plaatsgevonden.

Ik zag de gebonden boeken in de glazen kast, en in hun roerloosheid bespeurde ik — vraag me niet hoe — een verraderlijk air van geheimzinnigdoenerij en medeplichtigheid. De dingen om me heen gaven nooit hun raadselachtige houding op, hardnekkig besloten als ze waren in hun strenge onbewogenheid. Op bepaalde diepten van de ziel verliezen de alledaagse woorden hun geldigheid. Ik probeer mijn aanvallen nauwkeurig te formuleren en ik vind enkel beelden.

Het toverwoord dat ze kan uitdrukken, zou zijn waarde moeten ontlenen aan de essentie van andere belevingen, zoals een nieuw parfum wordt gedistilleerd uit een vakkundige samenstelling van diverse geuren.

Om te kunnen bestaan zou het woord iets moeten vasthouden van de verbijstering waarmee ik eerst een persoon in werkelijkheid zie en daar-. Ik beneed de mensen om me heen, die zich hermetisch in hun kleren konden afsluiten van de tirannie der dingen. Ze leefden als gevangenen onder mantels en overjassen, en niets van buitenaf kon ze angst aanjagen en bedwingen, niets drong door tot hun wonderbaarlijke gevangenissen.

Tussen de wereld en mij was er geen scheiding. Alles om me heen overweldigde me van top tot teen, alsof mijn huid een zeef was. Mijn aandacht voor de dingen om me heen, hoe verstrooid ook, was geen kwestie van wil. De wereld strekte natuurlijkerwijs zijn tentakels in mij uit, ik was geheel en al in de greep van de duizend armen van de hydra. Daar viel niets tegen te beginnen. Dat was bijvoorbeeld het geval in kamers, waar ik voelde dat mijn aanvallen zich kristalliseerden uit de weemoed van de onbeweeglijkheid en de grenzeloze eenzaamheid ervan.

Vanuit een soort gelijkschakeling van mij met de wereld een gelijkschakeling die me nog meedogenlozer onderdompelde in de eenvormigheid van de ruwe materie was mijn overtuiging dat de dingen onschadelijk konden zijn even sterk als de angst die ze me konden inboezemen. Hun onschadelijkheid kwam voort uit een universeel gebrek aan kracht.

Ik voelde vaag dat niets in de wereld tot het eind kon gaan, dat niets zich kon vervolmaken. Ook de wreedheid van de dingen raakte uitgeput. Zo kwam ik tot het idee dat elke manifestatie in deze wereld onvolmaakt is, zelfs de bovennatuurlijke.

In een innerlijke dialoog, waar naar mijn mening geen eind aan kwam, zou ik de kwade krachten om me heen nu eens uitdagen, dan weer laaghartig aanbidden.

Ik voerde vreemde rituelen uit, die echter niet zonder betekenis waren. Welke route ik ook had beschreven als ik uitging, ik volgde altijd precies dezelfde weg om terug te keren, omdat ik wilde vermijden dat ik lopend een lus beschreef die zich rond huizen en bomen sloot. In dat opzicht leek mijn wandeling op een draad die ik uitrolde, en als ik die niet weer oprolde door dezelfde weg terug te gaan, dan zouden de dingen die in de strik van de wandeling werden gevat voor altijd onherroepelijk diep met mij verbonden blijven.

Het vuur zuivert alles. Ik had altijd een doosje lucifers op zak. Als ik heel verdrietig was, streek ik een lucifer aan en liet mijn handen vervolgens door de vlam gaan, eerst de ene, dan de andere hand. Binnen de grenzen van mijn leven als kind schuilde in dat alles een soort weemoed te bestaan, een soort normale, georganiseerde kwelling. In de loop van de tijd verdwenen de aanvallen vanzelf, maar de heftigheid ervan bleef voor altijd verankerd in mijn geheugen.

Bij de overgang naar de adolescentie had ik geen aanvallen meer, maar de schemertoestand die eraan vooraf was gegaan en het intense gevoel van de nutteloosheid van de wereld dat erop was gevolgd, werden mijn natuurlijke gesteldheid. In die nutteloosheid om me heen en onder die eeuwig verdoemde hemel dwaal ik tot op heden.

Vertaald uit het Roemeens door Jan H. Mysjkin, Editura L. Veen, Amsterdam, Miasto w recesji. Dymki grilla. Animale domestice. Knife Party. Back To Bass. Black Icons of Electronic. The Cyberman. Mayday Remixes, Pt. Hotflush, Vol. Best Of Oi! Recordings Compilation Vol. The Sound Of Kiss. Ibiza Rocks. Southside Dubstars Greatest Hits, Vol. Tempa Allstars Vol. MyStyle Mixed by Caspa.

Benga 19 fans. Artist's top tracks. Most popular release. Chapter II by Benga. Chapter II Deluxe by Benga. Future Funk EP by Benga. Marlene by Benga , Marlene. Phaze:One by Benga. Pleasure EP by Benga. Night by Benga , Coki. Psychosis by Benga. Forefather by Benga , Kano.

Open Your Eyes by Benga. I Will Never Change par Benga. Artistes similaires. Kano 58 fans. Sub Focus fans. Wilkinson 68 fans. Katy B 99 fans.

Magnetic Man 26 fans. High Contrast 41 fans. DJ Fresh fans. The Prodigy 1 fans. Modestep 85 fans. Shadow Child 7 fans. Dimension 9 fans. Netsky fans. Knife Party fans. Black Icons of Electronic 50 titres - 2 fans. Back To Bass 50 titres - 4 fans. Mayday par Boys Noize. MyStyle Mixed by Caspa par Caspa. Wile Out par DJ Zinc. Pour toutes les ambiances. Benga , Coki. Benga , Kano. I Will Never Change.



0コメント

  • 1000 / 1000